Bij SPS - Valideren binnen de poort, wordt eJournal gebruikt door studenten om bewijsstukken (beroepsproducten) in te verzamelen om een reeds gerealiseerde leeruitkomst mee aan te tonen, in combinatie met een assessment met een docent/begeleider.
Opdrachten die studenten/cursisten moeten uitvoeren kunnen mogelijk worden voldaan door eerder gemaakte beroepsproducten (geanonimiseerd etc.) op hbo-niveau als bewijsstukken aan te leveren. De student hoeft daarmee geen nieuw product te maken als dat reeds eerder gedaan is en voldoet aan de gestelde eisen bij de opdracht.
Alle modules in één cursusomgeving
Met betrekking tot het onderhoud van de module-informatie, zoals de leeruitkomst, indicatoren en beroepsproducten, is ervoor gekozen om alles in één cursusomgeving te plaatsen en die jaarlijks te vernieuwen.
Alle SPS-modules zijn als 'categorieën' aangemaakt in die cursusomgeving. Elke categorie (=module) bevat een beschrijving van de leeruitkomst, de indicatoren, de mogelijke beroepsproducten en de kwaliteitseisen van beroepsproducten.
De categorieën zijn aangemaakt op cursusniveau en niet zoals meestal, op programmaniveau. Dit is gedaan omdat modules regelmatig worden doorontwikkeld, waardoor bijvoorbeeld de leeruitkomst of module-indicatoren ook kunnen wijzigen. Jaarlijks wordt een kopie gemaakt van de cursusomgeving, zodat de jaarlijkse wijzigingen van modules geplaatst kunnen worden in de cursusomgeving voor het nieuwe jaar.
Plan van Aanpak vastleggen
De student begint met het invullen van een plan van aanpak. Dit gaat door middel van een sjabloon dat klaar staat. Daarbij selecteert de student ook de leeruitkomsten die de student wil aantonen door middel van het validatietraject.
Gesprek met de docent over het PvA
Als een student het Plan van Aanpak heeft ingeleverd, verstuurt deze een feedbackverzoek aan de docent met wie hierover een gesprek wordt gevoerd.
Daardoor krijgt de docent een signaal dat er een gesprek moet worden ingepland.
De docent kan het feedbackformulier terugvinden bij 'Mijn Feedbackverzoeken' en vult dit in tijdens het gesprek.
Daarbij kan de docent per leeruitkomst aangeven of het plan van de student voldoet of niet en kunnen er per leeruitkomst tips en opmerkingen worden geplaatst in het feedbackveld. Als één of meer leeruitkomsten niet voldoen kan de student WEL verder, maar doet hij/zij er goed aan de tips en opmerkingen mee te nemen bij de verzameling van het bewijsmateriaal.
Verzamelen bewijsmateriaal
De student legt bewijsstukken vast via 'vrijvormige inhoud'.
Per bewijsstuk kunnen meerdere documenten worden toegevoegd (ook video's, afbeeldingen en teksten), maar het is voor het nalopen van de bewijsstukken belangrijk dat de student de bewijsstukken logisch ordent en daarbij heldere naamgeving hanteert.
Per bewijsstuk selecteert de student welke leeruitkomst(en) met het bewijsstuk worden aangetoond. Eén bewijsstuk kan dus ook meerdere leeruitkomsten dienen.
De student dient dan duidelijk aan te geven welke onderdelen bij welke leeruitkomsten horen.
Reflectie en verantwoording
Bij de reflectie en verantwoording beantwoordt de student per leeruitkomst de reflectievragen.
De teksten worden opgeslagen, dus de student kan tussentijds stoppen zonder dat de ingevulde teksten verloren gaan.
Als dit voor alle leeruitkomsten is ingevuld beantwoordt de student in het algemene feedbackveld de laatste set vragen voor alle leeruitkomsten samen.
Tussentijdse evaluatie
Voor de tussentijdse evaluatie plant de docent een moment in. De student zou de docent hier ook voor uit kunnen nodigen. Ze nemen samen het portfolio door, bespreken de vragen van de student en de docent (of de student) legt de feedback vast waarin wordt aangegeven welke aanpassingen de student nog moet doen.
Collectie indienen ter beoordeling
Als de student naar eigen mening voldoende bewijsmateriaal heeft verzameld, dient de student de collectie in ter beoordeling.
Collectiebeoordeling vastleggen
Het beoordelen gebeurt holistisch. De portfoliobeoordeling is vaak in combinatie met een assessment. Afhankelijk van de omvang (aantal EC) aan leeruitkomsten wordt er beoordeeld met 1 of 2 assessoren. De portfoliobeoordeling gebeurt onafhankelijk (1 formulier per beoordelaar) a.d.h.v. een beoordelingsformulier. Het assessment wordt samen voorbereid.
Per leeruitkomst wordt gekeken naar het geheel van bewijsstukken. De studenten krijgen een voldaan of niet voldaan als beoordeling. Hierbij wordt de valideringsmeetlat gebruikt, daarnaast worden de VRAAK-criteria gehanteerd.
Feedback wordt gegeven per leeruitkomst, bij een assessment een beknopte mondelinge terugkoppeling.
Tijdens het beoordelen kan de assessor het hele portfolio bekijken en kunnen de bewijsstukken gefilterd worden per leeruitkomst.
De assessor vult het formulier van de collectiebeoordeling in. Als er twee assessoren zijn vullen zij gezamenlijk het formulier van de collectiebeoordeling in.