De Formula editor is een tool binnen Grades die je kunt gebruiken om formules te maken voor Formula Grade Items of voor de Formula Grading System. In dit artikel kun je lezen hoe je de Formula editor kunt gebruiken.
Hoe werkt de Formula Editor?
Gebruik de Formula Editor om een formule te definiëren die de waarde van een grade item berekent op basis van andere grade items (bijv. eindcijfers berekenen). Wanneer je een formule maakt moet je aangeven welke grade items je in de formule wilt opnemen en de relaties daartussen. Een voorbeeld van een eenvoudige formule is een formule die de som van een aantal grade items berekent. Een meer gecompliceerde formule is een formule die de minimum- of maximumwaarde uit een reeks grade items laat vallen.
De Formula Editor is beschikbaar op de pagina New Item, Edit Item for Formula items, Edit Calculated Final Grade, Edit Adjusted Final Grade en voor de Formula grading system.
Voor voorbeelden van formules, zie dit artikel.
Open de Formula Editor
- Op de Manage Grades pagina, klik op de naam van het formula grade item dat je wil bewerken.
- Klik op Edit Using the Formula Editor.
Belangrijkste Grades Formula Editor onderdelen
1. Formulegebied
Het formulegebied is waar de formuletekst wordt weergegeven. Het gelijkteken (=) aan het begin van de formule kan niet worden verwijderd. Een cursor geeft je positie in de formule aan. Klik in het formulegebied om de cursor te plaatsen.
2. Cursor plaatsing
De cursorplaatsingspictogrammen worden gebruikt om de cursor vooruit en achteruit in de formule te verplaatsen. Je kunt de cursor ook verplaatsen door met je muis op de nieuwe locatie te klikken. Er zijn vier mogelijkheden:
- Verplaats de cursor naar het begin van de formule.
- Verplaats de cursor naar het einde van de formule.
- Verplaats de cursor één element terug.
- Verplaats de cursor één element vooruit.
3. Grade item parameters
Gebruik de Grade Item drop-down list om te zien welke grade items je als parameter in je formule kunt invoegen. Je kan Numeric, Pass/Fail, Selectbox, en Formula type grade items invoegen. Je kunt niet verwijzen naar het formula grade item dat je definieert (dit vermijdt een soort kringverwijzing of loop) of een eindcijfer.
Gebruik de Grade Item Value drop-down list om de waarden te bekijken die zijn gekoppeld aan de grade item dat je in de formule wilt gebruiken. Er zijn drie mogelijkheden:
- Points Received: The grade the user achieved. E.g., 7 (out of 10 points).
- Max Points: Het maximum aantal punten wat beschikbaar is voor de grade item. E.g., 10 points.
- Percent: Het percentage dat de student heeft behaald. E.g., 70%.
Klik op Insert om de geselecteerde grade parameter in de formule in te voegen.Voeg een grade item parameter in een formula toe
- Selecteer een Grade Item.
- Selecteer de Grade Item Value die je wilt gebruiken in de berekening.
- Klik op Insert.
- Voor de weighted system worden Category and Grade item weights genegeerd in de berekeningen van de formule.
- Dropped grade items en bonus grade items worden op dezelfde manier berekend als andere grade items.
4. Functies
De Function drop-down list bevat een lijst met functies die je in je berekeningsformule kunt gebruiken::
- MAX Berekent de maximale (grootste) waarde in een reeks waarden.
- MIN Berekent de minimum (kleinste) waarde in een reeks waarden.
- SUM Berekent de som (totaal) van een reeks waarden.
- AVG Berekent het gemiddelde voor een set waarden door alle waarden op te tellen en te delen door het totale aantal waarden.
- IF Werkt als een Boolean statement die de waarde retourneert die is ingesteld als true of als false. Je moet de voorwaarde (Boolean statement), true (then) waarde, en false (else) waarde definiëren.
- Voorbeeld: IF{ ( voorwaarde assignment 1.Points Received > 7.5, true (then) 10, false (else) 0) }
- Als het aantal punten van assignment 1 hoger is dan 7.5, reken dan 10. Zo niet, reken dan 0.
- NOT Werkt als een Boolean statement die de waarde retourneert die is ingesteld als true als de voorwaarde onwaar is en als onwaar als de voorwaarde waar is.
- Je kunt functies in functies insluiten.
- De Start, Next Term, en End opties worden gebruikt om elementen van een functie te definiëren:
- Start: Start de functie die is geselecteerd in de Function drop-down list met een haakje open ({).
- Next Term: Voegt een komma toe om grade items of onderdelen van een Boolean statement te scheiden.
- End: Eindigt de functie met een haakje sluiten (}).
Voeg een functie in een formule toe.
- Selecteer een Function
- Klik op Start.
- Vul een parameter in.
- Klik op Next Term om nog een parameter toe te voegen of gebruik de numerieke toetsen en operators om een voorwaarde te definiëren.
- Klik op End als je klaar bent met het toevoegen van parameters en voorwaarden.
5. Numerieke toetsen en operators
Het rechtergedeelte van de formule-editor bevat een aantal operatoren en een numeriek toetsenbord om je formule samen te stellen. Deze operators worden meestal gebruikt in combinatie met ten minste één Grade Item.
6. Backspace en Clear
De Backspace en Clear opties kun je delen van je formule verwijderen om wijzigingen aan te brengen.
- Backspace verwijdert het element links van de cursor.
- Clear verwijdert de hele formule.
7. Cancel
De knop Cancel verlaat de Formule-editor zonder de wijzigingen op te slaan.
8. Insert
De knop Insert valideert de formule en past deze toe op het Grade Item of het eindcijfer waaraan je werkt. Als de formule ongeldig is, ontvang je een foutmelding en gaat de cursor naar het punt in de formule dat de fout heeft veroorzaakt. Het fouttype wordt in rood weergegeven boven de formule.
9. Validate
De optie Validate controleert of de formule overeenkomt met de grammatica van de standaardformule. Als de formule geldig is, wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Als de formule ongeldig is, ontvang je een foutmelding en gaat de cursor naar het punt in de formule dat de fout heeft veroorzaakt. Het fouttype wordt in rood weergegeven boven de formule. Zie mogelijke foutmeldingen voor een lijst met mogelijke fouten.
10. Preview
Met de optie Preview kun je controleren hoe jouw formule de cijfers berekent voor de eerste tien gebruikers in de user list. Klik op Close als je klaar bent met het bekijken van de cijfers. Als je formule ongeldig is, kun je geen voorbeelden van cijfers bekijken.
Mogelijke foutmeldingen
Hieronder staan enkele foutmeldingen die je tegen kunt komen in de formula editor.
Foutmelding |
Omschrijving |
Voorbeeld |
Correctie |
---|---|---|---|
Unexpected [token_type] Bijvoorbeeld, Unexpected operator |
De formule bevat een functiecomponent op een onverwachte locatie |
= 5=/1
= (5+1)2 |
Corrigeer de formule= 5/1= (5+1)*2 |
Unbalanced parentheses | De formule bevat een haakje openen of sluiten zonder een bijbehorend haakje | = 5+1) | verwijder haakje= 5+ 1 |
Missing end of function | De formule bevat een niet-gesloten functie | = SUM{[Item1.Points], [Item2.Points] | Sluit de functie (voeg gekruld haakje toe, voeg het einde toe) SUM{[Item1.Points], [Item2.Points]} |
Unexpected function end | De formule bevat een sluithaakje voor een functie die geen betrekking heeft op een functie | = [Item1.Points]/2} | Verwijder gekruld haakje= [Item1.Points]/2 |
Invalid number of operator parameters | De formule bevat een ongeldig aantal operatorparameters | = [Item1.Points] + | Voeg parameters toe of verwijder operator= [Item1.Points] + [Item2.Points] |
Invalid number of function parameters | De formule bevat een ongeldig aantal functieparameters |
= SUM{}
= IF{[Item1.Points]2,5} |
Vul het juiste aantal parameters.Voor SUM, minstens 3Voor IF, precies 3 |
Numeric value expected | Een Boolean statement of operator is ingevoerd in plaats van een numerieke waarde |
= IF{52,1 OR 1,4}
= SUM{1 = 2,3,4} |
Corrigeer parameters.= IF {BOOLEAN, TRUE, FALSE}= SUM {only numeric values...} |
Boolean value expected | Een Boolean statement is niet ingevoerd voor een voorwaarde |
= IF {MIN{4,5},100,0}
= NOT{4} |
Vul Boolean in.= IF {MIN{4,5} 5, 100, 0} |
Invalid terminal | De formule bevat een onjuist gebruikte terminal | = [Item1.Points] + 3.2.5 | Verwijder de fouten.= [Item1.Points] + 3.2 |